zaterdag 20 april 2024

Genk: Genk en Maasmechelen hebben meeste inwoners van vreemde afkomst (27 januari 2014)

De nieuwe lokale integratiemonitor geeft een nog betere kijk op het aandeel personen van vreemde herkomst in Vlaanderen. Ook de achterstandsindicatoren werden geactualiseerd maar staan spijtig genoeg nog steeds op rood. Dankzij de lokale integratiemonitor krijgen alle 308 Vlaamse steden en gemeenten een veel beter zicht op de positie van inwoners van vreemde herkomst in hun gemeente met betrekking tot werk, onderwijs, inburgering, politieke participatie, enzovoort...

“Deze monitor is een onmisbaar instrument voor lokale besturen bij het uitstippelen van een integratiebeleid. Dat het aantal gemeenten met een integratiebeleid bijna verdubbeld is deze regeerperiode (van 30 naar 58) onderstreept nog maar eens dat integratie geen zaak meer is van centrumsteden alleen,” aldus minister Bourgeois.

Bijna 1 op 5 van vreemde herkomst

Zo stellen we vast dat er begin 2012 1.114.792 personen van vreemde herkomst in Vlaanderen woonden of 17,5 procent van de bevolking. Dat aantal is tussen 2009 en 2012 met 160.576 personen toegenomen en steeg jaarlijks met 2%. Het aandeel personen van vreemde herkomst ligt 2,5 keer hoger dan het aandeel personen met een vreemde nationaliteit (7,1%). Het aandeel personen van vreemde herkomst ligt het hoogst in de provincies Limburg en Antwerpen, in de rand rond Brussel en in de regio tussen Antwerpen, Brussel en Gent.

In een aantal steden is ongeveer de helft van de inwoners van vreemde herkomst: Genk (54 % personen van vreemde herkomst), Maasmechelen (44%), Vilvoorde (43%) en Antwerpen (42%), en ook de andere centrumsteden zoals Gent (29%), Mechelen (28%), Leuven (27%), Turnhout (24%) en Sint-Niklaas (20%) behalen een vrij hoge score.

Een andere opvallende vaststelling is dat het aandeel personen van vreemde herkomst veruit het hoogst ligt bij de jongste leeftijdsgroepen. Voor heel Vlaanderen gaat het om 32% personen van vreemde herkomst bij de kinderen tot 5 jaar en slechts 3% bij de 80-plussers. In 6 Vlaamse steden en gemeenten zijn meer dan 2 op de 3 kinderen van 0 tot 5 jaar van vreemde herkomst. Baarle-Hertog scoort het hoogst (81%), dit gaat voornamelijk om Nederlanders. Daarna volgen Maasmechelen (73%), Genk (72%), Vilvoorde en Antwerpen (elk 68%) en Machelen (67%).

De nieuwe monitor geeft niet alleen informatie over het aantal personen van vreemde herkomst per gemeente, maar ook over hun sociaal-economische positie. Vooral de personen afkomstig van buiten de EU – nemen een opvallend minder goede arbeidsmarktpositie in. Terwijl de werkzaamheidsgraad van personen van Belgische herkomst in 2012 in het hele Vlaamse Gewest op 75% lag, is dat bij de groepen afkomstig van buiten de EU telkens onder de 50%. Vooral vrouwen en ouderen afkomstig uit de kandidaat-EU-landen (inclusief Turkije) en de Maghreb-landen scoren hier opvallend laag. Slechts 35% van de vrouwen en respectievelijk 20% en 28% van ouderen in deze herkomstgroepen is aan het werk. Omgekeerd is het zo dat de werkloosheidsgraad bij de kandidaat-EU-lidstaten en Maghreb-landen tot 4 keer hoger ligt dan bij Belgen. Hoopgevend is wel dat bij alle vreemde herkomstgroepen de jongste jaren de werkzaamheidsgraad licht toeneemt en de werkloosheidsgraad beperkt daalt en dit ondanks de economische crisis.

Op lokaal niveau lopen de werkzaamheids- en werkloosheidsgraden van de personen van vreemde herkomst sterk uiteen. Bij de personen met een niet-EU-herkomst varieert de werkzaamheidsgraad bij de groot- en centrumsteden van 42% in Leuven en Kortrijk tot 55% in Brugge. De werkloosheidsgraad van personen met een niet-EU-herkomst gaat bij de 13 centrumsteden van 8% in Brugge tot 18% in Antwerpen, Mechelen en Oostende.

Nog opvallend is dat het aandeel personen in de laagste dagloonklasse (0 tot 100 euro) veruit het hoogst ligt bij de personen afkomstig van buiten de EU (59%). Bij de personen van Belgische herkomst ligt dat aandeel meer dan de helft lager (25%). In de centrumsteden loopt het aandeel personen afkomstig van buiten de EU uiteen van 52% in Genk tot 74% in Brugge en Oostende.

Minister Bourgeois: “Deze cijfers bevestigen de dramatische achterstandspositie van sommige groepen en onderstrepen de noodzaak aan een doordacht migratiebeleid en een horizontaal integratiebeleid. Op Vlaams niveau zetten we de inhaalbeweging in onder meer door het taalniveau in de inburgering op te trekken, intensievere taaltrajecten bij VDAB door te voeren en door ook binnen het basisonderwijs taalbaden in te richten. Taal is immers dé sleutel tot een betere integratie.

“Dankzij deze monitor ziet elk lokaal bestuur nu waar de knelpunten liggen en waar ze gericht aan kunnen werken. Echte integratie komt immers tot stand in de buurt en de wijk. Ik ben dan ook verheugd dat gedurende deze bestuursperiode, dankzij onze ondersteuning, het aantal gemeenten met een integratiebeleid bijna verdubbeld is.”



Bekijk alle artikels uit Genk